Blaaskrampen bij honden
Blaasspasmenbij honden duiden meestal op een blaasontsteking. Infecties irriteren de blaaswand, waardoor de spieren spastisch worden. Dit leidt weer tot drang om vaker dan normaal of noodzakelijk te plassen. Vaak leidt dit tot frequente urinepogingen met uitpersen en zeer weinig productie van vrijgegeven urine. Soms is de kleine hoeveelheid urine troebel of bloederig. Dit duidt op een bezoek aan de dierenarts voor diagnose en behandeling.
Blaasensoren Urine
De blaas is een zakachtig orgaan dat zich in de buik tussen de achterbenen bevindt. Nadat het bloed door de nieren is gefilterd, wordt vloeibaar afvalmateriaal in de blaas gericht voor tijdelijke opslag. Wanneer de blaas bijna vol is, trekken de blaasspieren samen en sturen de urine door de urethra en buiten het lichaam. De ringvormige sfincterspier rond de urethra in de buurt van de blaas vernauwt zich en houdt de urine in de blaas vast. Wanneer deze sluitspier ontspant, wordt de urethra geopend en hierdoor kan de urine buiten het lichaam stromen.
Blaasinfectie
Normaal gesproken is urine bacterievrij; echter, bacteriën kunnen via de urethra de blaas binnendringen. Deze bacteriën kunnen ontstekingen, pijn, kristallen of stenen in de blaas veroorzaken. Stenen kunnen de urinestroom belemmeren, wat giftig is en verschillende gezondheidsproblemen kan veroorzaken. Ultrageluid en / of röntgenfoto's zullen de aanwezigheid van blaasstenen bevestigen. Stenen kunnen worden opgelost door de hond een speciaal dieet te geven. Ze kunnen ook worden behandeld met sonische trillingen die stenen van elkaar afbreken en in kleinere stukken die door de urethra kunnen gaan of door een operatie.
Spierspasmen
Bacteriën in de blaas veroorzaken irritatie. Dit leidt tot spasmen van de blaaswandspieren. Dit zorgt er weer voor dat de hond probeert te plassen, zelfs als hij zichzelf niet hoeft te verlichten. Deze zware poging tot urineren kan ervoor zorgen dat troebele of verdoofde urine wordt verdreven. Dit kan vermoeiend en frustrerend zijn voor zowel de hond als de eigenaar.
Omdat er geen medicatie is om de krampen in de wand van de blaasspier te behandelen, richt de behandeling zich op de oorzaak van de spasmen, d.w.z. de blaasontsteking zelf. Urineweginfecties zijn de meest voorkomende oorzaak van incontinentie. Dit geldt vooral voor vrouwelijke honden van alle leeftijden. De vrouwelijke urinewegen zijn vatbaarder voor infecties, omdat de lengte van de urethra korter is.
Een urinecultuur bepaalt het type blaasontsteking en welke soorten antibiotica beschikbaar zijn voor de behandeling. Verschillende antibiotica bestrijden verschillende soorten bacteriën. Bepalende factoren bij de selectie van een antibioticum zijn: snelheid van succes tegen de specifieke bacteriën, kosten, gebruiksgemak en mogelijke bijwerkingen. Na één tot drie weken behandeling wordt een tweede kweek genomen om het succes of falen van het gebruikte antibioticum te bepalen. Daarna wordt het antibioticum voortgezet of een nieuw exemplaar geprobeerd. Meestal kort nadat de behandeling begint, verbetert de incontinentie en verdwijnen de spierspasmen van de blaaswand.
Het antibioticum moet worden voortgezet totdat de dierenarts vaststelt dat de infectie is genezen. Als het antibioticum te vroeg wordt stopgezet, kan de infectie terugkeren en kan het zelfs erger zijn dan het vorige gevecht. Bovendien kunnen de bacteriën een "superbacterie" worden, wat betekent dat de bacteriën nu immuun zijn voor het antibioticum.